pincode - 4 cijfers die je moet onthouden, contant - Je betaalt contant als je met muntgeld of bankbiljetten betaald., Overmaken - De bank een opdracht geven om geld van jouw rekening op de rekening van iemand anders zetten, De balie - Een soort toonbank in bijvoorbeeld een bank of hotel, De baliemedewerker - Een man of vrouw die achter de balie werkt, Het bankbiljet - Een briefje van vijf, tien, twintig of meer euro, De bankrekening - Een rekening bij de bank. Je kunt er op of af halen, Het salaris - Het loon, het geld dat je verdient met het werk wat je doet, Het saldo - Het geldbedrag dat op je bankrekening staat, De spaarrekening - Een soort spaarpot bij de bank, je spaart geld op die rekeningrekening., bezuinigen - minder geld uitgeven, Blut - zonder geld, Het budget - Een bedrag dat bedoeld is om ergans aan uit te geven, Gierig - Heel zuinig, iemand die gierig is wil liever geen geld uitgeven of iets weggeven, de knip - Een portemonnee die sluit met twee ijzeren beugeltjes. Iemand die de hand op de knip houdt is een zuinig mens. Zo geeft lever geen geld uit, krengtig - Gierig, zuinig. Iemand die krenterig is, wil niet graag geld uitgeven, opzijleggen - Geld opzijleggen betekent dat je een deel van je geld niet uitgeeft, maar spaart., rondkomen - Genoeg geld hebben om van te leven, smijten - Hard gooien. Als je van iemand zegt dat hij met geld smijt, geeft hij veel geld uit., vrijgevig - Gul, goedgeefs. Je noemt iemand die vrijgevig, als hij makkelijk geld uitgeeft.,

STAAL groep 5 thema 7 Geld

โดย

ลีดเดอร์บอร์ด

สไตล์ภาพ

ตัวเลือก

สลับแม่แบบ

คืนค่าการบันทึกอัตโนมัติ: ใช่ไหม