Ik ____ met de pinpas. Vandaag ____ wij naar de snackbar om friet te kopen. Mohammed en Masif ____ met de fiets naar de bioscoop. Wie ____ in de discotheek? Jij bidt in de kerk, maar wie ____ in de moskee? Zij ____ in de supermarkt en gebruikt daarbij een winkelwagen. Andrii zet zijn fiets ____ de lantaarnpaal. Chantal koopt een nieuwe spiegel. Ze ____ bij de kassa. Ik ben met mijn scooter tegen een lantaarnpaal op de rotonde gereden. Nu ____ ik de politie op. De schoenen zijn duur, maar dat vind ik niet erg: ik ben ____ . "____ met de fiets!", riep de klimaatactivist. Vijf minuten over twaalf is ____ dan vijf minuten voor twaalf. De hond is ____. Hij heeft mijn avondeten opgegeten. Peren vind ik ____ , maar appels vind ik vies. De bus vertrekt ____ 5 minuten bij de bushalte.

LOWAN thema 7: oefenen

Leaderboard

Estilo ng visual

Mga pagpipilian

Magpalit ng template

Ibalik ng awtomatikong pag-save: ?