Goed: Ik fiets naar school., De man loopt op een brug., Hij vindt een briefje., Pedro wordt een voetballer., Geef jij mij een uitnodiging?, Bloedt de wond erg?, Onthoud jij veel?, Onthoudt hij veel?, Bloed jij aan je been?, Word jij blij van chocolade?, Wordt de vrouw bijna moeder?, Vind ik dat eigenlijk wel leuk?, Fout: De man loop op een brug., Hij vind een briefje., Pedro word een voetballer., Geeft jij mij een uitnodiging?, Bloed de wond erg?, Onthoudt jij veel?, Onthoud hij weinig?, Bloedt jij aan je arm?, Wordt jij blij van frietjes?, Word de man bijna vader?, Vindt ik dit eigenlijk moeilijk?, Ik fietst naar mijn werk.,

werkwoordspelling tegenwoordige tijd: met of zonder t?

بواسطة

لوحة الصدارة

النمط البصري

الخيارات

تبديل القالب

استعادة الحفظ التلقائي: ؟