Nodig een vriend/ vriendin uit om samen op restaurant te gaan., Een vriend/ vriendin vraagt je om zaterdagavond op café te gaan. Zeg dat je niet kan en waarom niet., Vertel wat een cursist zaterdagavond gaat doen, Wat heb jij dit weekend gedaan?, Wat is jouw telefoonnummer?, Je bent ziek. Zeg dat je vandaag niet naar de les kan komen en waarom., Wens een zieke vriend/ vriendin beterschap., Je gaat naar de dokter. Vertel waar je pijn hebt., Zeg wat je dagelijks eet en drinkt., Zeg wat je soms eet en drinkt., Zeg wat je nooit eet en drinkt., Wat vind je lekker?, Wat vind je niet lekker?, Bestel een spaghetti op restaurant., Je bent op restaurant en je spaghetti is koud. Meld dit probleem bij de ober., Vraag de weg naar het station..

Spreekkaart NT2

بواسطة

لوحة الصدارة

النمط البصري

الخيارات

تبديل القالب

استعادة الحفظ التلقائي: ؟