ik – worden – ziek - misschien - Zij/Hij zegt dat zij/hij misschien ziek word., ik – niet krijgen – de baan - Zij/Hij zegt dat de baan niet krijgt., ik – zijn – verliefd - Zij/Hij zegt dat zij/hij verliefd is., we – vanavond – gaan – naar de film - Zij/Hij zegt dat we vanavond naar de film gaan., we – hebben – geen huiswerk - Zij/Hij zegt dat we geen huiswerk hebben., ik – uitgaan – vanavond - Zij/Hij zegt dat zij/hij vanavond uitgaat., ik – gaan – een broodje - eten - Zij/Hij zegt dat zij/hij een broodje gaat eten., deze oefening – zijn – grappig - Zij/Hij zegt dat deze oefening grappig is., lang – de les - duren - niet - Zij/Hij zegt dat de les niet lang duurt., lekker - heel - de bloemen – ruiken - Zij/Hij zegt dat de bloemen heel lekker ruiken., de docent – hebben – twee katten - Zij/Hij zegt dat de docent twee katten heeft., de docent – komen – op de fiets - Zij/Hij zegt dat de docent op de fiets komt.,
0%
Indirecte rede (met 'dat')
مشاركة
بواسطة
Nomadteachers
تحرير المحتوى
تضمين
المزيد
لوحة الصدارة
اقلب البلاطات
قالب مفتوح النهاية. ولا يصدر عنه درجات توضع في لوحة الصدارة.
يجب تسجيل الدخول
النمط البصري
الخطوط
يجب تسجيل الدخول
الخيارات
تبديل القالب
إظهار الكل
ستظهر لك المزيد من التنسيقات عند تشغيل النشاط.
النتائج المفتوحة
نسخ الرابط
رمز الاستجابة السريعة
حذف
استعادة الحفظ التلقائي:
؟