1) wij ....veel brood gisteren. a) aten b) atten c) aaten 2) de ......van de rem zijn stuk. a) kaabels b) kabbels c) kabels 3) de ...staat veel te luid. a) muziek b) muuziek c) muzziek 4) Ik ....een konijn uit mijn hoed. a) tooverde b) toverde c) tovverde 5) ik heb ...in mijn ogen. a) traanen b) trannen c) tranen 6) de vogels ... de wereld rond in 80 dagen. a) vlogen b) vloggen c) vloogen 7) Ik maak niet graag .... a) ruuzie b) ruzzie c) ruzie 8) Wij ... veel spullen. a) kopen b) koopen c) koppen 9) Ze ... lang spelen. a) bleeven b) blevven c) bleven 10) Ik eet graag ...chocolade. a) puure b) pure c) purre

woordpakket 3 : verenkelingsregel

Табло

Визуален стил

Опции

Шаблон за превключване

Възстановяване на авто-записаната: ?