1) De .......... kip legt nog geen eieren.  a) jong b) jonge 2) Wij geven het ........ brood aan de eendjes. a) oud b) oude 3) Dat is een .............. fles wijn, zeg. a) duur b) dure 4) We drinken een .......... biertje op het terras. a) lekker b) lekkere 5) Iedereen gaat naar buiten in het ........... weekend. a) zonnig b) zonnige 6) Die aardappels zijn erg ........ a) goedkoop b) goedkope 7) Ik heb een ........... verjaardag gehad. a) fijn b) fijne 8) De ........... broodjes zijn helaas op.  a) warm b) warme 9) Ik heb zin in een .............. ei bij het ontbijt. a) gekookt b) gekookte 10) De lunch was heel ......... a) lekker b) lekkere 11) Ik wil graag een ............. kopje koffie.  a) klein b) kleine 12) De ............. test is nu klaar.  a) moeilijk b) moeilijke

Bijvoeglijk naamwoord+e

podle

Výsledková tabule/Žebříček

Vizuální styl

Možnosti

Přepnout šablonu

Obnovit automatické uložení: ?