1) Waar kom je vandaan? 2) Waar woon je? 3) Wanneer ben je jarig? 4) Heb je broers of zussen? 5) Hoe laat is het? 6) Wat is je adres? 7) Ben je jarig in de winter? 8) Is het maandag? 9) Ben je lang? 10) Welk seizoen is het? 11) Hoe spel je jouw voornaam? 12) Spreek je veel talen? 13) Wat is je nationaliteit?

Vragen beantwoorden H1 - H2 Nederlands in Gang

Výsledková tabule/Žebříček

Vizuální styl

Možnosti

Přepnout šablonu

Obnovit automatické uložení: ?