1) Ik draai rond op de dure stoel van mijn vader. a) draai b) rond c) op d) dure e) stoel f) mijn 2) Ik schreeuw het uit van dolle pret. a) schreeuw b) het c) uit d) van e) dolle f) pret 3) Susan kijkt naar de verlepte plant. a) Susan b) kijkt c) naar d) de e) verlepte f) plant 4) De poes krijgt een bakje met vers water. a) De b) poes c) krijgt d) een e) vers f) water 5) Wij eten vanavond gebakken aardappeltjes. a) Wij b) eten c) vanavond d) gebakken e) aardappeltjes. 6) Het kindje voert de hongerige eendjes. a) Het b) kindje c) voert d) de e) hongerige f) eendjes.

Groep 4 Bijvoeglijk naamwoord #Meester Max

Výsledková tabule/Žebříček

Vizuální styl

Možnosti

Přepnout šablonu

Obnovit automatické uložení: ?