1) aan boord a) op het schip b) de linkerkant van het schip c) de richting d) iemand op een varend schip 2) aan wal a) een botsing bij het varen b) apart, alleen, eenzaam c) zinken na een ongeluk d) aan land 3) bakboord a) de rechterkant van het schip b) de linkerkant van het schip c) een groep schepen d) aan land 4) de bemanning a) de mensen die op een schip werken b) de richting c) buiten op de vloer van het schip d) heel erg droevig 5) het binnenvaartschip a) de keuken in een schip b) een schip dat spullen vervoert over rivieren en kanalen c) de rechterkant d) iemand op een varend schip 6) de boeg a) de linkerkant van een schip b) de bovenkant van een schip c) de voorkant van een schip d) de achterkant van een schip 7) de horizon a) de lijn in de verte waar de lucht en de aarde elkaar lijken te raken b) huisje in het schip waar je droog zit c) de keuken in het schip d) een groep schepen 8) de kade a) een bed in een boot b) aan land c) een dikke muur waar boten kunnen aanleggen en laden en lossen d) een reis over het water 9) de kajuit a) groot, geweldig, indrukwekkend b) een boot die dagelijks tussen twee plaatsen vaart c) zinken na een ongeluk d) een soort huisje op een schip waar je droog en warm kunt zitten 10) de koers a) bovenkant van een schip b) keuken in een schip c) de richting d) huisje op de boot 11) de kombuis a) een groep schepen b) de keuken in een schip c) de rechterkant van het schip d) iemand op een varend schip 12) lossen a) een schip of vrachtwagen leegmaken, uitladen b) een botsing bij het varen c) iemand op een varend schip d) de keuken in het schip 13) machtig a) de rechterkant van het schip b) apart, alleen, eenzaam c) groot, geweldig, indrukwekkend d) iemand die reist in een auto 14) de opvarende a) iemand op een varend schip b) kamer op het schip c) buiten op de vloer van het schip d) heel droevig, maar niemand kan er iets aan doen 15) de sleepboot a) een trein die boten kan trekken b) een kleine sterke motorboot die andere schepen achter zich aan kan trekken c) een boot die zich vooruit sleept d) bovenkant van het schip 16) stuurboord a) de voorkant van het schip b) de vloer van het schip c) het bord waar het roer aan zit d) de rechterkant van het schip 17) de stuurhut a) een groep met schepen b) het hutje waar de kapitein zit c) de kamer op het schip om te sturen en alles in de gaten te houden d) een motorboot dat andere schepen kan aansturen 18) de vloot a) een groep schepen b) een grote, dure boot c) een groot schip waar goederen op worden vervoerd d) aan land 19) het vrachtschip a) een vrachtauto op een boot b) een keuken in een schip c) groot, geweldig, indrukwekkend d) een groot schip waar spullen mee vervoerd worden over het water 20) het zeiljacht a) een roeibootje b) een grote, dure boot die iemand voor zijn plezier heeft c) een grote jacht op een zeilboot d) een groep van dure boten

staal groep 6 zeebenen les 1

Bestenliste

Visueller Stil

Einstellungen

Vorlage ändern

Soll die automatisch gespeicherte Aktivität wiederhergestellt werden?