1) Ik heet Anna. 2) Ik kom uit Engeland. 3) Ik heb 4 kinderen. 4) Ik spreek 2 talen. 5) Ik vind chocolade lekker. 6) Ik woon in Den Haag. 7) Mijn man heet Brian. 8) Ik ga naar Haarlem. 9) Mijn ouders wonen in Utrecht. 10) Hij is 56 jaar. 11) De tomaten kosten 2 euro per kilo. 12) Dat spel je zo, a u t o 13) Ik wil 2 kilo appels. 14) Omdat ik kiespijn heb. 15) Ik ga om 11 uur slapen.

Maak een vraag. (1)

Bestenliste

Visueller Stil

Einstellungen

Vorlage ändern

Soll die automatisch gespeicherte Aktivität wiederhergestellt werden?