1) bezig zijn, plannen hebben a) vergelijken b) iets te doen hebben c) definitief d) wakker worden 2) op dit moment, nu, tegenwoordig a) huidig b) snoepen c) het gedrag d) de gewoonte 3) permanent, zeker, voor altijd vastgesteld a) het gedrag b) mislukken c) definitief d) iets te doen hebben 4) iets wat je altijd doet a) zich amuseren b) het gedrag c) de gewoonte d) vergelijken 5) iets wat je een keer probeert a) huidig b) zich vergissen c) de poging d) wakker worden 6) hoe iemand doet a) het gedrag b) zich vergissen c) definitief d) vergelijken 7) iets wat anders wordt a) definitief b) snoepen c) de verandering d) vergelijken 8) een leuke tijd hebben a) zich vergissen b) aankomen c) het gedrag d) zich amuseren 9) een (denk-)fout maken a) zich vergissen b) de poging c) mislukken d) vergelijken 10) 2 dingen naast elkaar zetten en kijken of ze hetzelfde zijn a) vergelijken b) de verandering c) verslaafd zijn aan d) mislukken 11) lekkere dingetjes eten a) snoepen b) het gedrag c) huidig d) mislukken 12) iets wat fout gaat a) aankomen b) de verandering c) definitief d) mislukken 13) arriveren, ergens komen; dikker worden a) definitief b) zich amuseren c) aankomen d) verslaafd zijn aan 14) iets altijd gebruiken en ziek worden als je het niet meer kunt gebruiken a) snoepen b) verslaafd zijn aan c) huidig d) aankomen 15) uit je slaap komen a) wakker worden b) vergelijken c) de gewoonte d) verslaafd zijn aan

Tabla de clasificación

Estilo visual

Opciones

Cambiar plantilla

¿Restaurar actividad almacenada automáticamente: ?