1) Mijn naam is Esra. Wat is ............ naam? a) ons b) hun c) jouw d) haar 2) Hallo allemaal! Waar staat .......... huis? a) jouw b) jullie c) haar d) uw 3) Wij wonen al vijf jaar in .......... huis. a) ons b) mijn c) zijn d) jullie 4) Ik ben ............. fietssleutel kwijt. Nu kan ik niet naar huis. a) mijn b) uw c) jouw d) hun 5) Hij is geslaagd en kan morgen .......... rijbewijs ophalen bij de gemeente. a) hun b) haar c) uw d) zijn 6) Zij gaan op reis. ......... vakantie duurt 4 weken. a) jouw b) ons c) hun d) zijn 7) Er komt een nieuwe cursiste. ............... naam is Layla. a) haar b) uw c) hun d) mijn 8) Dag meneer, wat is ............ naam? a) mijn b) jouw c) uw d) ons

Bezittelijk voornaamwoord

Tabla de clasificación

Estilo visual

Opciones

Cambiar plantilla

¿Restaurar actividad almacenada automáticamente: ?