Ik kom uw auto ____. Kunt u uw auto binnen ____? Kun jij de voorruit voor mij ____? Heeft u ____ vragen? Ik moest de voorruit ____. Kunt u het sterretje ____, alstublieft? Helaas ____ ik de ____ niet ____. Ik ben ____. ____ u Engels? Ik ben nu muziek aan het ____. Ik ga nu de risico's aan u ____. Het sterretje gaat niet ____ ____. ____ moet ik een ____ afspraak maken. Ik ____ uw voorruit ____. Het sterretje ____ groter ____. Ik moet de afspraak ____. De nieuwe voorruit is ____. Ik ____ een document ____. Ik moet de computer ____.

Tabla de clasificación

Estilo visual

Opciones

Cambiar plantilla

¿Restaurar actividad almacenada automáticamente: ?