1) Ik voel ........ ziek. a) je b) me c) zich 2) Jij excuseert ....... je bij de directeur. a) jou b) je c) ons 3) Katrien haast ........om de bus te halen. a) zich b) ons c) je 4) Jullie vergissen ...... nooit. a) me b) zich c) ons 5) De ouders herinneren .....................de afspraak met de dokter. a) zich b) ons c) me 6) Ik verveel ............nooit. a) zich b) ons c) me 7) Jij wast ........... nooit. a) je b) zich c) ons 8) Ik kleed ............ uit . a) ons b) me c) zich 9) Wij kammen ............ . a) zich b) je c) ons 10) Ik realiseer .......... dat ik de oplossing weet. a) je b) zich c) me

Wederkerende voornaamwoorden 1

Tabla de clasificación

Estilo visual

Opciones

Cambiar plantilla

¿Restaurar actividad almacenada automáticamente: ?