1) Mirjam voelde dat ze .... maar ze wist niet waarom. a) bloosde b) blooste c) blies 2) Het typische gedrag van de leerling ... de docent. a) verbies b) verbaaste c) verbaasde 3) De gidsen ... niet langs de afgrond te lopen. a) durften b) dierfen c) durfden 4) De hond ... hard toen ik er langs liep. a) blief b) blafde c) blafte 5) Mijn moeder ... mijn kleine broertje toen hij huilde. a) suste b) susde c) soos 6) Martijn en Joan bereikten de bergtop waar de geiten ... a) graasten b) groezen c) graasden 7) Geëmotioneerd ... moeder en dochter elkaar. a) omhielsden b) omhelsden c) omhelsten

Groep 7 Zwakke werkwoorden- verleden tijd (v-f, z-s) #Meester Max

Tabla de clasificación

Estilo visual

Opciones

Cambiar plantilla

¿Restaurar actividad almacenada automáticamente: ?