de aandacht, aanzienlijk, het belang, bereiken, het beleid, bewijzen, enerzijds, het feit, het gedrag, ontwikkelen, chagrijnig, sterven, meevallen, de mens, het lawaai, het onderzoek, nauwelijks, ophouden, de maatregel, ontvangen, rustig, persoonlijk, het procent, het strand, uitleggen, vanzelfsprekend, de tocht, verbaasd, voeren, veroorzaken.

vocabulaire NIA

tekijä

Tulostaulu

Visuaalinen tyyli

Vaihtoehdot

Vaihda mallia

Säilytetäänkö automaattisesti tallennettu tehtävä ?