het huishouden - doen, een feest - geven, koffie - zetten, een wandeling - maken, de hond - uitlaten, een douche - nemen, de post - opruimen, de kleding - strijken, tanden - poetsen, op vakantie - gaan, het vuilnis - buiten zetten, een fiets - repareren, de was - ophangen, de kleren - opvouwen, ogen - opmaken, de kinderen - aankleden,

In zicht - thema 1 - praktisch vocabulaire

tekijä

Tulostaulu

Visuaalinen tyyli

Vaihtoehdot

Vaihda mallia

Säilytetäänkö automaattisesti tallennettu tehtävä ?