de bacterie / het virus, de berm, de straling, aansteken, bewaken, de lucifer, de oortjes, het evenement, keuren, (de arts loopt) een ronde, aanhouden, de bagage, de camera, het geweld, de reiziger, de rugzak, doden, reinigen, smerig, de allergie, de infectie, de kantine, de klink, niezen, je neus snuiten, het stof, het toetsenbord, de werkplaats, aaien, afdrogen, (weg)blazen, in paniek zijn, ontsnappen, overgeven, slippen, toeteren, zoenen, achterop, de ambulance, de brommer, de deuk, de snee,

Woordenschat TaalCompleet B1 7.1-7.3

Tulostaulu

Kaksipuoleiset kortit on avoin malli. Se ei luo tulostaululle pisteitä.

Visuaalinen tyyli

Vaihtoehdot

Vaihda mallia

Säilytetäänkö automaattisesti tallennettu tehtävä ?