1) Hilde is de buurvrouw van Hassan.  2) Hilde zet haar vuilniszak 's morgens buiten. 3) Hassan zet zijn vuilniszak om 8 uur buiten. 4) Hassan gooit het vuilnis in de vuilniszak. 5) Hassan zet de vuilniszak buiten. 6) De vuilniszak staat op de straat.   7) De vuilniswagen komt op dinsdag. 8) De ambtenaar schrijft een boete. 9) Jan Peters is de ambtenaar. 10) Op vrijdag krijgt Hassan een brief van het stadhuis. 11) Het stadhuis is op de Grote Markt. 12) Hassan moet 65 euro betalen. 13) Vandaag is het donderdag.

Vraagwoorden

szerző:

Ranglista

Vizuális stílus

Beállítások

Kapcsoló sablon

Automatikus mentés visszaállítása :?