Hallo, ik ____ Sylvia. Ik ben getrouwd. Mijn man heet Sjors. Hij ____ dokter. Wij ____ twee kinderen. De kinderen ____ nog klein. Mijn dochter is 3 jaar en mijn zoon is 5 jaar. Mijn dochter ____ bruin haar en het haar van mijn zoon is zwart. Vandaag voel ik mij niet goed. Ik ____ ziek. Ik ____ hoofdpijn. Mijn man ____ honger en dorst. Hij wil eten, maar ik zeg dat mijn man het eten zelf moet klaarmaken. "Wij ____ geen eten in huis", zegt mijn man. "Jawel," zeg ik, "we hebben wel eten in huis." Mijn man ____ niet blij: "Maar er ____ geen lekkere dingen in huis," zegt hij. Ja...! Dan moet hij maar boodschappen doen... Lieve Sonja, jij ____ altijd een goede vriendin voor mij. Daarom wil ik je vragen of je mij kunt helpen. Ik ga verhuizen naar een nieuw huis. Het ____ veel werk. ____ je tijd om mij te helpen? Jij ____ altijd goede ideeën. Ik ____ heel blij als je kunt komen. Laat je het mij weten? Groetjes van je vriendin Het ____ nog vroeg, 7.00 uur 's ochtends. Maar ik ____ vandaag om 8 uur een afspraak bij de dokter. Ik ____ een beetje ziek. Mijn kinderen ____ nog niet wakker en mijn man is ook nog niet wakker. Zij ____ geluk: zij kunnen lang slapen. Jij ____ vast ook nog niet wakker. Ik hoop dat ik niet lang hoef te wachten bij de dokter. Dan ga ik ook weer snel slapen.

Ranglista

Vizuális stílus

Beállítások

Kapcsoló sablon

Automatikus mentés visszaállítása :?