1) Wat is de VERLEDEN TIJD van ZWEMMEN ? a) zwemden b) zwomden c) zwommen d) zwammen 2) Wat is de VERLEDEN TIJD van VANGEN ? a) vingen b) vangden c) vongen d) vangen 3) Wat is de VERLEDEN TIJD van BEGRIJPEN ? a) begrijpten b) begreepten c) begropen d) begrepen 4) Wat is de VERLEDEN TIJD van BRANDEN ? a) brenden b) bronden c) branden d) brandden 5) Wat is de VERLEDEN TIJD van HOUDEN ? a) houdden b) hielden c) hilden d) halden 6) Wat is de VOLTOOIDE TIJD van HEBBEN ? a) hebben gehad b) zijn gehad c) hebben gehebt d) hebben gehebd 7) Wat is de VOLTOOIDE TIJD van STERVEN ? a) hebben gestorven b) hebben gesterfd c) zijn gestorven d) hebben gesterft 8) Wat is de VOLTOOIDE TIJD van MAAIEN ? a) hebben gemooid b) zijn gemalen c) hebben gemaait d) hebben gemaaid 9) Wat is de VOLTOOIDE TIJD van ZINKEN ? a) zijn gezonken b) hebben gezonken c) zijn gezinkt d) hebben gezinkt 10) Wat is de VOLTOOIDE TIJD van VERLIEZEN ? a) hebben / zijn verliesd b) hebben verliesd c) hebben / zijn verloren d) zijn verlost

Sterke- en zwakke werkwoorden #MeesterMax

szerző:
Beágyazás

Ranglista

Vizuális stílus

Beállítások

Kapcsoló sablon

Automatikus mentés visszaállítása :?