1) pv tt gebeuren / het............. a) gebeurde b) gebeurd c) gebeurt d) gebeurte 2) pv tt vertellen / hij .............. a) vertelt b) vertelde c) vertel  d) getel 3) pv vt / Gisteren antwoor.....e hij..... a) antwoorde  b) antwoordde c) antwoortte  d) antwoordt 4) pv vt / De gevangene vluch....e gisteren..... a) vluchte b) gevlucht  c) vluchdde d) vluchtte 5) pv vt racen / hij race....naar huis a) racte b) racede c) racet  d) racete 6) pv vt gamen / hij ..... gisteren veel te lang a) gamede b) gamete  c) gamed d) gamet 7) volt.dw van fietsen a) gefietste b) gefietsd c) gefietsde d) gefietst 8) volt.dw van gebeuren a) gebeurt b) gebeurte c) gebeurd d) gebeurdd 9) volt.dw van interviewen a) geïnterviewt b) geïnterviewd c) geïnterviewte d) geïnterviewde 10) pv tt speechen / hij spee..... a) speechde b) speecht c) speechte d) speechd

Werkwoordspelling - alles door elkaar # Meester Max

Ranglista

Vizuális stílus

Beállítások

Kapcsoló sablon

Automatikus mentés visszaállítása :?