1) De trillingstijd is het aantal trillingen per seconde. a) goed b) fout 2) Als de frequentie van een toon groter wordt, dan wordt de trillingstijd kleiner. a) goed b) fout 3) De amplitude is de maximale uitwijking. a) goed b) fout 4) De toonhoogte neemt toe als de trillingstijd van een trillende snaar groter wordt. a) goed b) fout 5) Geluid gaat altijd met dezelfde snelheid. a) goed b) fout 6) Geluid heeft altijd een medium (een tussenstof) nodig zoals lucht of water. a) goed b) fout 7) De diepte van de zee kun je meten met geluid. a) goed b) fout 8) Mensen kunnen lage tonen met een frequentie van 10 Herz horen. a) goed b) fout 9) Mensen kunnen hoge tonen met een frequentie van 30 000 Herz horen. a) goed b) fout 10) Vleermuizen kunnen frequentie tot 100.000 Hz uitzenden en horen. a) goed b) fout 11) Een snaarinstrument met langere snaren geeft hogere tonen dan een instrument met korte snaren. a) goed b) fout 12) Een blaasinstrument met een lange luchtkolom geeft een lagere toon dan een blaasinstrument met een korte kolom. a) goed b) fout 13) De geluidssnelheid hangt af van het muziekinstrument dat geluid maakt. a) goed b) fout 14) Als je donder hoort 3 seconde na het zien van de bliksem is de bliksem inslag ongeveer 1 km van je vandaan. a) goed b) fout 15) Een klankkast dient om het geluid te versterken. a) goed b) fout 16) Als in de ruimte tussen aarde en maan een bom ontploft, dan kun je dat niet horen, ook al ben je er dichtbij. a) goed b) fout 17) Als je een snaar van een gitaar strakker spant wordt de toon hoger. a) goed b) fout 18) Als je harder op een trommel slaat wordt de toon die je maakt hoger. a) goed b) fout 19) Als de trillingstijd T van een trilling 0,50 seconde is, dan is de frequentie 2,0 Herz. a) goed b) fout 20) Als de frequentie van een toon 100 Herz is, dan is de trillingstijd 1,00 milliseconde. a) goed b) fout

Voorkennis test geluid hoofdstuk 7

Ranglista

Vizuális stílus

Beállítások

Kapcsoló sablon

Automatikus mentés visszaállítása :?