1) De appeltaart van de Hema is lekker. Mijn appeltaart is ......... dan de appeltaart van de Hema.  2) Duitsland voetbalt goed. Nederland voetbalt....... dan Duitsland. 3) Amsterdam is groot. New York is ...... 4) Mijn auto is mooi. De auto van mijn collega is ...... 5) Zijn hond is gevaarlijk. Mijn hond is ..... 6) De Arabische taal is moeilijk. De Nederlandse taal is ..... 7) Duizend euro is veel. Tweeduizend euro is ..... 8) De vrouw is dik. De man is ....... dan de vrouw. 9) Jouw zoon is klein. Mijn dochter is ..... dan jouw zoon. 10) Deze oefening is niet zo moeilijk. De volgende oefening is ..... 11) Volgens mij lopen de mannen uit Kenya het ...... (snel). 12) Veel mensen in Duitsland vinden bier het ....... (lekker) om te drinken. 13) Mijn vrouw vindt die laarzen het ...... (mooi). 14) In de nacht huilt onze baby het ...... (veel). 15) Welke sport vindt u het ..... (leuk)? 16) Wat doet u het ...... (graag) in uw vrije tijd?

TRappen van vergelijking ALKm

Classifica

Stile di visualizzazione

Opzioni

Cambia modello

Ripristinare il titolo salvato automaticamente: ?