Lisa is twaalf jaar oud. Ze ____ twee broers en een zus. Tom en Lisa zijn vrienden. Ze ____ nu les Nederlands . Ik ____een blauwe trui. Jullie ____ geen zus. Linda,____ je mijn potlood? Zij ____ geen huiswerk gemaakt. Ik ____ een appel gegeten. Tijdens de vakantie ____ ik geen badminton gespeeld.

Vul een vorm van 'hebben' in: heb, hebt, heeft, hebben

Classifica

Stile di visualizzazione

Opzioni

Cambia modello

Ripristinare il titolo salvato automaticamente: ?