Ik doe mee aan die wedstrijd., Wij doen ons huiswerk elke dag., Hij doet veel voor de buren., Doe jij ook mee met de quiz?, Wij deden elke week een nieuwe sport., Ik deed niet zoveel., Jij deed meer werk dan ik., Hij deed nooit mee met spelletjes.,

werkwoorden doen/ deden

Classifica

Stile di visualizzazione

Opzioni

Cambia modello

Ripristinare il titolo salvato automaticamente: ?