1. Ik ben Mark en ik kom ____ Duitsland. 2. ____ is jouw achternaam, Silke? 3. Woont ____ ook hier, mevrouw? 4. Wij luisteren ____ de docent. 5. Wij beginnen ____ tekst 1. 6. ____ kom jij vandaan, Tim?

Oefenen met woordenlijst blz 22 Nederlands in gang #Meester Max

Classifica

Stile di visualizzazione

Opzioni

Cambia modello

Ripristinare il titolo salvato automaticamente: ?