Ik vertrek morgen met het vliegtuig naar Portugal., Ik ga om drie uur met de trein naar Rotterdam., De bus naar Helmond heeft vertraging., De trein naar Amsterdam vertrekt vanaf spoor vijf., Wij hebben drie koffers gekocht voor onze vakantie., Mijn zus gaat op wandelvakantie in Noorwegen., Ik houd van warme landen voor vakantie., Mijn broer houdt van fietsvakanties.,

Classifica

Stile di visualizzazione

Opzioni

Cambia modello

Ripristinare il titolo salvato automaticamente: ?