Ik kom morgen., We moeten naar school., Zij leest een boek., De cursisten schrijven de woorden., Hij zit op de bank., Ik ga naar school., Henk staat buiten., Wij zitten in de klas., Zij spreekt Nederlands., Jan en Maria hebben twee kinderen., U woont in een flat., Julia heeft een zus en een broer., Wij lezen een boek., Ik kies een blauwe kast., Aris woont op de derde verdieping., Nina heeft een nieuwe buurman., De deur is op slot., Zij zoeken een nieuw huis., De woonkamer is beneden., Fayez leest een boek., Joost gaat naar school., Lisa en Siem wonen in een flat., Ik schrijf met een potlood., Floor zit op de bank., De kinderen liggen in bed., Mijn straat is druk., Glenda drinkt koffie., De jongen schrijft met een pen., Zij drinken koffie., Het meisje zit in bad., De vrouw kijkt televisie., De woonkamer is groot., Eva en Hans krijgen de sleutel., Johan werkt op de computer., Welk pak vindt u mooi?, Ellis gaat naar een feest., Ze doet boodschappen voor het avondeten., Ik heb een groen vest., De tandarts vult de gaatjes., Waarom ga je naar de dokter?, Sommige mensen zijn vaak ziek., Hij heeft sinds maandag koorts., Ik heb last van mijn rug., Anke gaat naar de bakker., Hoeveel kosten de druiven?, Hij heeft twee eieren nodig., Kelly vindt brood lekker., De moeder roept de kinderen., Ze snijden de groente met een mes., Hanna doet water in de pan.,

Hoofdzin maken A1

Classifica

Stile di visualizzazione

Opzioni

Cambia modello

Ripristinare il titolo salvato automaticamente: ?