Correct: ik heb, jij hebt, hij heeft, u heeft, u hebt, zij heeft, wij hebben, jullie hebben, zij hebben, Incorrect: ik heeft, jij heb, hij heb, zij heb, u heb, hij hebben, wij heeft, jullie heeft, ik hebt, jij heeft, hij hebt, zij hebt,

Hebben vervoegen A1 NT2

Lyderių lentelė

Vizualinis stilius

Parinktys

Pakeisti šabloną

Atkurti automatiškai įrašytą: ?