Correct: ik begrijp, jij begrijpt, u begrijpt, hij begrijpt, zij begrijpt, wij begrijpen, jullie begrijpen, zij begrijpen, ik typ, jij bent, u typt, hij typt, zij typt, wij typen, jullie typen, zij typen, ik heb, jij luistert, u luistert, zij luistert, wij luisteren, jullie luisteren, zij luisteren, ik drink, jij drinkt, hij heeft, zij drinkt, wij drinken, jullie zijn, zij drinken, Incorrect: ik begrijpen, jij begrijp, u begrijpen, hij zijn, wij begrijp, jullie hebt, ik typt, jij typ, zij typ, hij typen, hij bent, wij typt, jullie typt, jullie typ, ik is, ik luistert, jij luisteren, jij luister, u luister, hij heb, hij luisteren, zij luister, wij luistert, wij luister, jullie luistert, ik drinkt, jullie drinkt, hij drinken, wij drink, jij drinken,

Regelmatige werkwoorden presens: begrijpen, luisteren, drinken, moeten, typen

Lyderių lentelė

Vizualinis stilius

Parinktys

Pakeisti šabloną

Atkurti automatiškai įrašytą: ?