Tekst 1 1. Wij gaan in de speeltuin ____. 2. Op een schommel kan je ____. 3. In de draaimolen kan je snel ____. 4. Op een ____ kan je zitten, maar op een schommel kan je ook ____. 5. In een bed kan je ____. 6. In een zwembad kan je ____. 7. Op een trampoline kan je ____. 8. Op een klimrek kan je ____. 9. Op een weg kan je ____. 10. Op een wip kan je ____. Tekst 2 1. Wij gaan in ____ spelen. 2. In ____ kan je snel draaien. 3. De jongen wipt op ____. 4. Op een stoel kan je zitten, maar op een ____ kan je ook zitten. 5. In een ____ kan je liggen. 6. In een ____ kan je zwemmen. 7. Op een ____ kan je springen. 8. Op een ____ kan je klimmen, maar op een speelkasteel kan je ook klimmen. 9. Op een ____ kan je lopen. 10. Uit een ____ kan je drinken.

Lyderių lentelė

Vizualinis stilius

Parinktys

Pakeisti šabloną

Atkurti automatiškai įrašytą: ?