1) Wat een mooie tekening! a) wat b) een c) mooie d) tekening 2) Mama koopt het scherpe mes. a) mama b) koopt c) het d) scherpe e) mes 3) De dure ring is kwijt. a) de b) dure c) ring d) is e) kwijt 4) Kwam Timo aan de hete pan? a) kwam b) Timo c) aan d) de e) hete f) pan 5) De stille jongen zegt niets. a) de b) stille c) jongen d) zegt e) niets 6) Ze springt in het diepe bad. a) ze b) springt c) in d) het e) diepe f) bad 7) We spelen een leuk spel. a) we b) spelen c) een d) leuk e) spel 8) Waar laat ik de vuile was? a) waar b) laat c) ik d) de e) vuile f) was 9) Het is een vreemd dier. a) het b) is c) een d) vreemd e) dier 10) Ik ben een trotse vader. a) ik b) ben c) een d) trotse e) vader

Lyderių lentelė

Vizualinis stilius

Parinktys

Pakeisti šabloną

Atkurti automatiškai įrašytą: ?