Ik sta elke dag om 8 uur op, Morgen kan ik op de markt boodschappen doen, Je hoeft mij niet op te bellen, Elke dag loop ik in het park hard, Hij wil graag met mij afspreken, Hoe laat ben je opgestaan ?, Omdat ik gisteren al boodschappen heb gedaan, Vandaag kon ik niet laat opstaan, De vrouw haalde de kinderen van school op, Wanneer ben jij weggegaan ?, Wanneer spreken we af ?, Je moet nu wel doorgaan, Wanneer ga jij hardlopen ?, Behalve als hij zijn kamer opruimt, Ik trek mijn jas uit, De kinderen zijn gisteren laat opgebleven, Vanmiddag moet ik de boeken naar de bibliotheek terugbrengen, Mijn man brengt de kinderen weg, Gisteren ging hij alweer uit, Het kind probeert zijn tanden te poetsen, Omdat hij altijd afwast, De kinderen blijven op school over, Doe nu die natte broek uit !, Als ik hem heb opgebeld, Hij had geen zin om mee te doen, Hij heeft zijn pyjama aangedaan, Omdat de natte broek in de zon opdroogt, De man wast de borden na het eten af, Let nu goed op !, Ik heb geen tijd om af te spreken, Het kind houdt het niet vol, Ga jij met de cursus door ?, Voordat hij alles had opgeruimd, Daarom zet ik de cursus niet voort, Loop eens door !,

Lyderių lentelė

Vizualinis stilius

Parinktys

Pakeisti šabloną

Atkurti automatiškai įrašytą: ?