Tijdens haar ____ kreeg Mirthe een rolmaat. Nu meet ze in ____ alles op. De ____ van de vijver. De ____ van de boom ernaast en de ____ van haar kamer. Ze wil ook de ____ meten van de horizon, maar dat lukt Mirthe niet. Toen Mirthe klein was, deed ze zichzelf een ____. De lengte en de ____ van een woestijn opmeten. Een woestijn is niet alleen een ____ vlakte, Er zijn ook rotsen van flinke ____. Mirthe verwonderde zich over de ____ van de bergen Overdag was de hitte enorm, maar die ____ stoorde haar niet. Mirthe was de ____ ontsnapt. Nu was er dagenlang niets dan ____. Mirthe genoot van de ____.

Taal actief grp 5 -te woorden

Lyderių lentelė

Vizualinis stilius

Parinktys

Pakeisti šabloną

Atkurti automatiškai įrašytą: ?