Saskia wil een cadeau voor haar man kopen., Ik wil een feest voor mijn verjaardag geven., Wanneer ben jij jarig?, Op de kalender schrijven jullie de datum van jullie verjaardag., Komen jullie naar mijn verjaardagsfeest?, Wil je mijn adres in jouw agenda schrijven?, Enrique gaat met een taxi naar de Havenstraat., Wie geeft ons Nederlandse les?,

Taaltalent 1 hoofdstuk 2 zinsconstructie

Lyderių lentelė

Vizualinis stilius

Parinktys

Pakeisti šabloną

Atkurti automatiškai įrašytą: ?