Wanneer heb je afgelopen weekend je boodschappen gedaan?, Wat heb je in de supermarkt gekocht?, Hoe laat heb je zaterdag gekookt?, Wat heb je gekookt?, Heb je vorig weekend Nederlands geleerd? Wanneer?, Wie heb je gisteren gezien?, Wat heb je eergisteren gegeten?, Wat heb je vanmorgen gedronken?, Ben je afgelopen weekend naar vrienden gegaan? Wie?, Wie heb jij afgelopen weekend gebeld?, Heb je afgelopen weekend tv gekeken? Wat heb je gezien?, Wat heb je het afgelopen jaar op Netflix gezien?, Waar heb jij gewoond?, Wat heb jij gestudeerd? Waar?, Welke talen heb je geleerd?.
0%
Taaltalent 1 hoofdstuk 6 perfectum
Bendrinti
prie
Hennytaks
Redaguoti turinį
Įterpti
Daugiau
Lyderių lentelė
Atsitiktinės kortos
yra neterminuotas šablonas. Jis negeneruoja rezultatų lyedrių lentelei.
Reikia prisijungti
Vizualinis stilius
Šriftai
Reikia prisijungti
Parinktys
Pakeisti šabloną
Rodyti viską
Pradėjus veiklą bus rodoma daugiau formatų.
Atviri rezultatai
Kopijuoti nuorodą
QR kodas
Naikinti
Atkurti automatiškai įrašytą:
?