1) Deze persoon lijkt ... a) een held op sokken b) arrogant en verwaand c) charmant d) onderdanig 2) "Dit moet anders en dat is niet goed en ...." Deze persoon is ... a) recht door zee b) baldadig c) een criticus d) een heilig boontje 3) Baldadig is hetzelfde als ... a) een heilig boontje b) wild en overmoedig c) een criticus d) behoedzaam 4) Als je goede manieren hebt, dan ben je ... a) beschaafd b) een held op sokken c) achterdochtig d) behoedzaam 5) Een uitbuiter ... a) vertelt alles door b) heeft stalen zenuwen c) is voor alles bang d) gebruikt je zonder je goed te betalen 6) Dat is ... a) doodgewoon b) eigenaardig c) charmant d) grillig 7) Ik vind deze man ... a) onooglijk b) charmant c) een uitbuiter d) grillig 8) Als je grillig bent of van de hak op de tak springt, dan ... a) ben je onooglijk b) wil/zeg je dan weer dit en dan weer dat c) ben je hoffelijk d) ben je verbitterd 9) Huil je om zo iets kleins?! Wat ben jij een ... a) hoffelijk kind b) respectvol mens c) onverstandig iemand d) aansteller 10) Als je verbitterd bent, ben je ... a) recht door zee b) loslippig c) teleurgesteld over het leven en mensen d) recht voor zijn raap 11) We moeten zoveel doen voor de juf! Ze is echt ... a) beschaafd b) charmant c) veeleisend d) een heilig boontje 12) Ik ga altijd door. a) Ik ben verwaand b) Ik laat mij uitbuiten c) Ik laat mij niet uit het veld slaan d) Ik ben een heilig boontje 13) Wat hoort bij beschaafd? a) uitbuiten b) grillig c) beschaving = cultuur, ontwikkelde samenleving d) stalen zenuwen 14) Je moet geen geheimen aan Dorien vertellen, want zij is echt ... a) recht voor zijn raap b) parmantig c) onoverwinnelijk d) loslippig 15) Zenuwachtig? Dat is hij nooit. Hij heeft echt ... a) stalen zenuwen b) goede manieren c) veel respect d) angst voor alles 16) Recht door zee: a) achterdochtig b) op een boot varen c) parmantig d) zo eerlijk als goud 17) Wat zie jij er goed uit! Je bent altijd zo geweldig! a) loslippig b) charmant c) eigenaardig d) onverstandig 18) Parmantig is ... a) deftig en zelfverzekerd b) behoedzaam en voorzichtig c) achterdochtig en wantrouwend d) eerlijk en rechtvaardig 19) Een koning heeft onderdanen. De onderdanen moeten ... a) eerlijk als goud zijn b) stalen zenuwen hebben c) onderdanig zijn en gehoorzamen d) zich niet uit het veld laten slaan 20) Pas op, Jaap vertrouwt het niet! Hij is ... a) onzeker b) een lafaard c) hebzuchtig d) achterdochtig

Scorebord

Visuele stijl

Opties

Template wisselen

Automatisch opgeslagen activiteit "" herstellen?