1) De boeken staan in de kast ....de plank. a) in b) op c) naast d) onder e) tussen f) boven 2) Mijn neus is ......mijn ogen. a) naar b) om c) voor d) tussen e) met f) achter 3) Ik kom altijd ..........de fiets naar de les. a) bij b) aan c) in d) onder e) achter f) met 4) Ik wacht al een half uur .....de bus. a) in b) op c) naar d) om e) tussen f) bij 5) Ik hou niet ..............boerenkool. a) aan b) op c) in d) bij e) om f) van 6) Steven kijkt graag ..........een horrorfilm. a) aan b) van c) bij d) naar e) tussen f) in 7) Ik luister graag .... klassieke muziek. a) naar b) bij c) in d) van e) aan f) met 8) Oma is morgen jarig. Koop jij een cadeau ......haar? a) met b) bij c) aan d) naar e) voor f) op 9) Dan zorg ik .........de ballonnen en de taart! a) voor b) op c) aan d) in e) met f) bij 10) Ahmed praat ....Pieter. a) in b) op c) voor d) met e) bij f) aan 11) Mijn baas is boos ......mij omdat ik altijd te laat kom. a) met b) aan c) op d) voor e) in f) bij 12) Ik ben bezig ......mijn huiswerk! a) op b) aan c) bij d) met e) voor f) naar

Werkwoorden met vaste preposities

Scorebord

Visuele stijl

Opties

Template wisselen

Automatisch opgeslagen activiteit "" herstellen?