1) Carnival is _____ February. a) in b) on 2) My birthday is ______ November 2nd. a) in b) on 3) My English class is _____ Mondays and Wednesdays. a) in b) on 4) The concert is _____ June 18th, at night. a) in b) on 5) My birthday party is _____ the 28th. a) in b) on 6) Christmas is _____ December a) in b) on c) at 7) Halloween is ____ October 31st. a) in b) on c) at 8) My son's birthday is ____ May. a) in b) on c) at 9) The soccer game is _____ Sunday, in the evening. a) in b) on 10) The meeting is ____ Thursday, at 3 p.m. a) in b) on
0%
Prepositions IN vs ON ( Time and dates)
Delen
Delen
Delen
door
Efteacher2020
Inhoud Bewerken
Afdrukken
Embedden
Meer
Toewijzingen
Scorebord
Meer weergeven
Minder weergeven
Dit scoreboard is momenteel privé. Klik op
Delen
om het publiek te maken.
Dit scoreboard is uitgeschakeld door de eigenaar.
Dit scoreboard is uitgeschakeld omdat uw opties anders zijn dan die van de eigenaar.
Opties Herstellen
Quiz
is een open template. Het genereert geen scores voor een scoreboard.
Inloggen vereist
Visuele stijl
Lettertypen
Abonnement vereist
Opties
Template wisselen
Alles weergeven
Er zullen meer templates verschijnen terwijl je de activiteit gebruikt.
Open resultaten
Kopieer link
QR-code
Verwijderen
Automatisch opgeslagen activiteit "
" herstellen?