Het reliëf in Hoog Nederland is ontstaan tijdens de ____ ijstijd. Landijs uit ____ schoof Nederland binnen en kwam tot ongeveer de ____. Diverse ijstongen hebben de grond als een bulldozer voor zich uit geduwd. Dit zijn de ____. Het smeltwater van deze ijstongen hebben de ____ gevormd. Ook heeft het ijs ____ meegenomen. Na afloop van de ijstijd maakte Nederland deel uit van een ____. De wind had vrij spel en heeft in heel Nederland een laagje ____ neergelegd. Het landschap in Hoog Nederland is erg ____. Er is ____ reliëf en het grondgebruik hangt af van de hoogteligging. Op de hoogste plekken vind je bossen en ____, op de hellingen de ____ en onderaan de helling de dorpen en de ____ voor het vee. De boeren moesten het zand wel eerst vruchtbaar maken met ____. Later gebruikten men ____. Omdat regenwater makkelijk in het zand kan ____, lagen de akkers wel in de buurt van een rivier zodat er water was.

Hoog-Nederland

Scorebord

Visuele stijl

Opties

Template wisselen

Automatisch opgeslagen activiteit "" herstellen?