wees - ik wijs het aan - ik ....... het aan, vloog - Hij vliegt naar Australië - Hij......... vloog naar Australië, vroegen - Zij vragen nooit om hulp - Zij ........ nooit om hulp, dreef - De boei drijft op het water - De boei ....... op het water, floten - Wij fluiten een liedje - Wij ......... een liedje, kroop - Mijn zusje kruipt door de kamer - Mijn zusje ....... door de kamer, bleef - Mijn broer blijft nog wat langer - Mijn broer ........ nog wat langer, zwommen - Zij zwemmen elke zaterdag - Zij ........ elke zaterdag, deden - De jongens doen niet mee - De jongens ......... niet mee, prees - Mijn juf prijst mij om wat ik heb gedaan - Mijn juf ........ mij om wat ik heb gedaan,

Sterke Werkwoorden #MeesterMax

Scorebord

Visuele stijl

Opties

Template wisselen

Automatisch opgeslagen activiteit "" herstellen?