Mijn oma is oud. Ik help ____ met de boodschappen. Wil je bananen? Dan koop ik een kilo voor ____. Dit is mijn docent Peter. Ik zit bij ____ in de cursus. In de supermarkt ____ je vlees en groenten. Wil je ook een ____ drinken? Marina doet met Kevin boodschappen ____ zij een feest geeft. Hoi Marina, mag ik ____ even voorstellen? Dit is Julia. Mijn collega staat om half ____ op. Ik heb geen ____ meer. Waar kom je ____?

start.nl 1 H. 1-6 terugkijken.

Scorebord

Visuele stijl

Opties

Template wisselen

Automatisch opgeslagen activiteit "" herstellen?