1) ride a) rode, rode b) rided, ridden c) rode, ridden 2) write a) wrote, written b) writed, written c) wrote, wrote 3) wake a) waked, woken b) woked, woken c) woke, woken 4) speak a) speaked, spoken b) spoke, spoken c) spoke, spoke 5) take a) took, taken b) took, took c) taked, taken 6) wear a) wore, wore b) weared, wore c) wore, worn 7) say a) sayed, said b) say, say c) said, said 8) meet a) met, met b) meeted, met c) meet, met 9) get a) got, gotted b) got, got c) gotted, gotten 10) throw a) throwed, thrown b) threw, throwed c) threw, thrown 11) sit a) sit, sit b) sit, sat c) sat, sat 12) spend a) spent, spent b) spent, spend c) spend, spend 13) sing a) singed, sung b) sung, sang c) sang, sung 14) put a) putted, put b) put, put c) put, putted 15) steal a) stole, stole b) stole, stolen c) stold, stolen 16) swim a) swimmed, swum b) swum, swam c) swam, swum 17) show a) shown, showed b) show, shown c) showed, shown 18) cut a) cut, cut b) cutted, cutted c) cut, cutten 19) win a) winned, won b) won, won c) win, won 20) sleep a) slept, sleeped b) slept, sleepen c) slept, slept 21) lose a) lose, lose b) lost, lost c) lose, lost 22) sell a) sold, sold b) sell, sold c) sell, sell 23) read a) read, read b) read, reader c) readed, read 24) make a) made, maden b) made, made c) maked, made 25) ring a) ring, ring b) rang, runged c) rang, rung 26) tell a) told, tolden b) told, told c) telled, told 27) stand a) stand, stand b) stood, standen c) stood, stood 28) run a) ran, run b) run, run c) ran, ran 29) send a) send, sent b) send, send c) sent, sent 30) pay a) paid, paid b) pay, paid c) payed, paid 31) understand a) understood, understanden b) understood, understood c) understand, understand 32) think a) thinked, thought b) think, think c) thought, thought 33) teach a) taught, taught b) teached, taught c) teach, teach 34) see a) saw, seen b) see, see c) saw, sawn 35) leave a) leaved, leaved b) left, left c) leaft, leaft 36) be a) was, been b) were, been c) was/were, been 37) break a) breaked, breaked b) broke, broken c) broked, broken 38) draw a) drew, drawn b) drow, driwen c) drawed, drawn 39) give a) gaved, gived b) gave, given c) gived, given 40) forget a) forgot, forgot b) forgetted, forgetted c) forgot, forgotten 41) know a) knew, known b) knowed, known c) knowed, knowed 42) find a) faund, faund b) found, found c) finded, finded 43) do a) did, done b) did, did c) done, done 44) go a) went, gone b) goed, gone c) went, wented 45) feel a) felt, felled b) felt, felt c) felled, falled 46) fall a) fell, fallen b) felled, falled c) felt, felt 47) drive a) drived, driven b) droved, driven c) drove, driven 48) fly a) flied, flewn b) flew, flown c) flow, flown 49) begin a) began, begun b) beginned, begunned c) begun, began 50) become a) become, became b) becomed, becomed c) became, become
0%
Past Simple - Irregular verbs (quiz)
Delen
door
Jaddanek
Klasa 7
Klasa 8
Dorośli
Liceum
Technikum
Angielski
English
Czasowniki nieregularne
Inhoud Bewerken
Embedden
Meer
Scorebord
Meer weergeven
Minder weergeven
Dit scoreboard is momenteel privé. Klik op
Delen
om het publiek te maken.
Dit scoreboard is uitgeschakeld door de eigenaar.
Dit scoreboard is uitgeschakeld omdat uw opties anders zijn dan die van de eigenaar.
Opties Herstellen
Quiz
is een open template. Het genereert geen scores voor een scoreboard.
Inloggen vereist
Visuele stijl
Lettertypen
Abonnement vereist
Opties
Template wisselen
Alles weergeven
Er zullen meer templates verschijnen terwijl je de activiteit gebruikt.
Open resultaten
Kopieer link
QR-code
Verwijderen
Automatisch opgeslagen activiteit "
" herstellen?