1) People ........ like books often go to the library. a) who b) which c) whom d) whose 2) Cats are animals ...... have soft fur and sharp claws. a) that b) whom c) whose d) who 3) The garden, ......... was full of flowers, overlooked the hill. a) where b) that c) who d) which 4) My friend, ......... lives near me, came to my house today. a) whom b) who c) whose d) that 5) The leisure centre, ......... I go swimming, is 10 minutes away. a) when b) that c) where d) which 6) There are ten chairs in the room, five of ........ are broken. a) where b) that c) which d) when 7) In non-defining relative clauses, we can use that for people and things. a) True b) False 8) If the non-defining relative clause is at the end of the sentence, we only need one comma. a) True b) False 9) Non-defining relative clauses aren't needed to understand the sentence. a) True b) False 10) The girl that I walk to school with arrives at 8am. This is an example of which clause? a) Defining relative clause b) Non-defining relative clause
0%
Defining and non-defining relative clauses
Delen
Delen
Delen
door
Uectelevision
Inhoud Bewerken
Afdrukken
Embedden
Meer
Toewijzingen
Scorebord
Meer weergeven
Minder weergeven
Dit scoreboard is momenteel privé. Klik op
Delen
om het publiek te maken.
Dit scoreboard is uitgeschakeld door de eigenaar.
Dit scoreboard is uitgeschakeld omdat uw opties anders zijn dan die van de eigenaar.
Opties Herstellen
Quiz
is een open template. Het genereert geen scores voor een scoreboard.
Inloggen vereist
Visuele stijl
Lettertypen
Abonnement vereist
Opties
Template wisselen
Alles weergeven
Er zullen meer templates verschijnen terwijl je de activiteit gebruikt.
Open resultaten
Kopieer link
QR-code
Verwijderen
Automatisch opgeslagen activiteit "
" herstellen?