identiek - hetzelfde - Mijn man en ik hebben dezelfde telefoons., immers - woord dat een reden aangeeft, toch - Je woont toch in Den Haag?, nagenoeg, vrijwel, praktisch - bijna, min of meer - Ik heb bijna geen tijd., ongetwijfeld - beslist, zeker, ook, vast en zeker. Sinterklaas komt vast en zeker ook naar jou toe., ontiegelijk - ontzettend, heel erg. Ik heb ontzettend veel zin in vakantie, quasi - zogenaamd, niet echt - zogenaamd vrolijk, schaars - weinig, niet veel, zeldzaam, nu minder dan vroeger - deze vogel is bijna niet meer te vinden in Nederland, vandaar, zodoende - om die reden - Het regent, om die reden ben ik nat., zelden - bijna nooit - hij komt bijna nooit buiten., secuur - precies - ik maak mijn huiswerk heel precies.., vergeefs - zonder resultaat - hij doet veel moeite, maar het was zonder resultaat.., tegenstrijdig - wat niet met elkaar klopt - Hij zegt ja, maar zij zegt nee., zowel ..... als - ook - mijn vader en ook mijn moeder werkt., volkomen - helemaal - Ik heb het helemaal naar mijn zin., uitsluitend - enkel en alleen - De ratten leven enkel en alleen in de vuilnisbak en nergens anders.,

Tabela rankingowa

Motyw

Opcje

Zmień szablon

Przywrócić automatycznie zapisane ćwiczenie: ?