Wanneer ga je naar huis?, Wat wil je doen maar mag je niet doen?, Welke personen geef jij een fooi?, Wanneer is jouw verjaardag? \, Hoe heten jouw moeder en vader?, Op zaterdag....................., Wat draagt de docent?, Wat moet je doen maar kan je niet doen?, Wanneer is het Kerstmis?, Beschrijf jouw familie?, Hoe ziet jouw buurman/buurvrouw er uit?, Een vriendin vraagt: ' Ga je mee naar de bioscoop? Je hebt geen tijd. Wat zeg je?, Noem drie fruitproducten met hun kleur., Bij het ontbijt...................., Mogen wij....................?, Hoe laat is het ?, Wat heb je in het weekend gedaan?, Wat heb je gisteren gedaan?, Wat is je achternaam? Hoe spel je dat?, Wie zijn de mensen in jouw groepje?, In het weekend....................., Wat kun je in een cafee bestellen? Noem 3 dingen., Ork Ork, ork, soep eet je met een ................., Op de markt......................., Je wilt met een andere student naar de film. Wat vraag je? .
0%
Nederlands in gang vragen over h 1- 6
Udostępnij
Udostępnij
Udostępnij
autor:
Info415
Pokaż więcej
Edytuj elementy
Osadź
Więcej
Tabela rankingowa
Koło fortuny
jest szablonem otwartym. Nie generuje wyników w tabeli rankigowej.
Wymagane logowanie
Styl wizualny
Czcionki
Wymagane logowanie
Opcje
Zmień szablon
Pokaż wszystko
Więcej formatów pojawi się podczas wykonywania ćwiczenia.
Otwórz wyniki
Kopiuj link
Usuń
Przywrócić automatycznie zapisane ćwiczenie:
?