duren - geduurd, gebruiken - gebruikt, genezen - genezen, horen - gehoord, kennen - gekend, knippen - geknipt, lenen - geleend, logeren - gelogeerd, lunchen - geluncht, mailen - gemaild, meebrengen - meegebracht, meevallen - is meegevallen, tegenvallen - is tegengevallen, oefenen - geoefend, passen - gepast, proberen - geprobeerd, reizen - gereisd, slagen - is geslaagd, sneeuwen - gesneeuwd, snijden - gesneden, sterven - is gestorven, starten - gestart, schilderen - geschilderd, spellen - gespeld, voelen - gevoeld, volgen - gevolgd, weten - geweten, dekken - gedekt, afruimen - afgeruimd, zoeken - gezocht, aanzetten - aangezet, afzetten - afgezet,

Perfectum 4

autor:

Tabela rankingowa

Odwracanie kart jest szablonem otwartym. Nie generuje wyników w tabeli rankingowej.

Motyw

Opcje

Zmień szablon

Przywrócić automatycznie zapisane ćwiczenie: ?