1) Wat is het meervoud van: probleem a) probleemen b) problemen c) probleems 2) Wat is het meervoud van: aardappel a) aardappels b) aardappelen c) ardappels 3) Wat is het meervoud van: lichaam a) lichaams b) lichamen c) lichaamen 4) Wat is het meervoud van: knie a) knieën b) knieen c) kniën d) knies 5) Wat is het meervoud van: familie a) familiën b) families c) familien 6) Wat is het meervoud van: snor en baard a) snoren en baarden b) snorres en baarden c) snorren en baarden 7) Wat is het meervoud van: neus a) neusen b) neuses c) neuzen 8) Wat is het goede antwoord: Wat zijn uw klachten? a) Beterschap! b) Ik heb last van mijn ogen. c) Ik hoofdpijn. d) Elke dag hoesten. 9) Wat is het goede antwoord: Sinds wanneer ben je ziek? a) Ik vandaag ziek. b) Sinds 2 dagen. c) Ik heb koorts. d) Sinds morgen ben ik ziek. 10) Wat betekent: U heeft waarschijnlijk griep. a) U heeft geen griep b) U heeft misschien griep c) U heeft nooit griep.  11) Wat betekent: Ik eet soms appels a) Ik eet elke dag een appel. b) Ik eet 1 keer per week een appel. c) Ik eet nooit appels. d) Ik vind appels heel lekker. 12) Wat betekent: Heeft u nog vragen? a) Heeft u meer vragen?  b) Heeft u geen vragen? c) Heeft u altijd vragen? 13) Wat is het goede antwoord: Heb je veel pijn?  a) Nee, dank je wel b) Ja, heel erg c) Nee, natuurlijk d) Ja, waarschijnlijk 14) Wat is het goede antwoord: Waar heb je last van? a) Ik heb keelpijn b) Ik spierpijn c) Ik heb last spieren d) Ik altijd hoesten. 15) Wat is het goede antwoord: Kunt u vanmiddag om 15 uur? a) Nee, alstublieft b) Nee, kan eerder misschien?  c) Nee, kan het ook later?  d) Nee, kan wel.

Taalcompleet A1 thema 5.1 tm 5.11 **

autor:

Tabela rankingowa

Motyw

Opcje

Zmień szablon

Przywrócić automatycznie zapisane ćwiczenie: ?